Alle eer aan God.
Toute gloire à Dieu.
Alle eer aan God.
Toute gloire à Dieu.
Eer de HEER vanuit de hemel,
Honore l'Eternel du haut des cieux,
Eer hem, hoog daarboven,
Lui rendre hommage, au-dessus,
Eer hem, al zijn engelen,
Lui rendre hommage, tous ses anges,
Eer hem, heel zijn hemelmacht.
Lui rendre hommage, toute sa puissance ciel.
Eer hem, laat het licht hem eren,
Lui rendre hommage, que la lumière lui rendre hommage,
Eer hem, sterren, zon en maan,
Lui rendre hommage, les étoiles, le soleil et la lune,
Eer hem, hemel van de hemel
Lui rendre hommage, les cieux des cieux
En het water hoog daarboven.
Et au-dessus de l'eau.
God de HEER moeten zij loven,
Dieu, le Seigneur, ils font l'éloge,
Want ze zijn door hem ontstaan,
Parce qu'ils sont faits à travers lui,
Op hun plek gezet voor altijd
Mis en place pour tous les
Met hun eigen regelmaat.
Grâce à leur régularité.
Eer de HEER vanaf de aarde,
Honore l'Eternel sur la terre,
Waterdieren, oceanen,
Invertébrés, les océans,
Vuur en hagel, sneeuw en mist,
Feu et grêle, neige et brouillard,
Wind die naar zijn woorden jaagt,
Vent chasse ses paroles,
Kale bergen, groene heuvels,
Montagnes nues, collines verdoyantes,
Bomen die hun vruchten dragen,
Les arbres qui portent leurs fruits,
Wilde dieren, kuddevee,
Les animaux sauvages, kuddevee,
Bodembeestjes, al wat vliegt.
Bugs du sol, les mouches tout.
Koningen en alle volken,
Rois et toutes les nations,
Rechters en de overheid,
Les juges et le gouvernement,
Jongemannen en meisjes,
Les jeunes hommes et les jeunes filles,
Alle mensen, jong en oud.
Toutes les personnes, jeunes et vieux.
Zij moeten God loven,
Ils doivent louer Dieu,
Zijn naam alleen gaat boven alles uit,
Son nom seul est au-dessus de tout,
Hij maakt de aarde en de hemel mooi.
Il rend la terre et le ciel magnifique.
Hij maakt zijn volk machtig,
Il fait sa puissante nation,
Maakt Israël tot een belangrijk volk,
Israël est une nation importante,
Zijn eigen mensen. Alle eer aan God.
Son propre peuple. Toute gloire à Dieu.